Mag ik mij even voorstellen:
Jelle Van Mil eigenaar van JVMmotoren.
In 2005 ben ik als zelfstandig ondernemer begonnen met het in en verkopen en herstellen van schademotoren en altijd al gefassineert geweest van de racemotoren van de jaren 60/70 en ik was dan ook al op jonge leeftijd een vaste bezoeker van de Duch TT in Assen eind jaren 60 zag en hoorde toen de Honda,s en de MV Augusta,s en vele andere bijzondere merken van motoren zo ook de 50cc met hun hoge geluid en de geur van Castrol wat bij mij altijd een onuitwisbare indruk heeft achtgelaten en natuurlijk de bijbehorende stem van
Mister TT zelf JaapTimmer +
Zelf had ik de wens om een klassieke racemotor te bouwen dit heb ik dan ook kunnen realiseren heb thans verschillende type,s Honda.s gebouwd.
In 1964 ontwikkelde Honda nieuwe machines voor de 250- en de 350 cc-klassen, maar de verschillen ten opzichte van hun voorgangers waren minimaal.De RC 172 kreeg en andere boring/slagverhouding (50 x 44,5 mm) waardoor de cilinderinhoud op 349,3 cc kwam en daardoor steeg het vermogen ook licht.De overmacht van Honda in de 350 cc-klasse van 1964 was zó groot, dat de Rhodesier Bruce Beale, landgenoot en protegé van Jim Redman, met een Honda CR 77-productieracer tweede kon worden in het wereldkampioenschap. Redman zelf won met de Honda RC 172 alle wedstrijden.
HONDA RC 172 350CC BILD BY JVMmotoren.
In 1967 werd de motor werd iets opgeboord, waardoor de cilinderinhoud op 499,7 cc kwam. Het vermogen was nu 90 pk bij 12.000 tpm. Hailwood was erg tevreden over de motorprestaties, maar helemaal niet over het weggedrag van de machine. Die was zo onhandelbaar dat hij de bijnaam "The Beast" kreeg. Hailwood had ook moeite om aan de Japanners uit te leggen wat er precies verbeterd moest worden. Hij gooide een schokdemperset in een vijfer om duidelijk te maken wat hij van de kwaliteit vond. Daarop mocht hij Britse Girling dempers monteren. Hij vond het frame van zijn 500cc-Honda RC 181 zó slecht, dat hij de fabriek verzocht de hulp van Europese framebouwers in te roepen.
Honda had een einde gemaakt aan de experimenten van Mike Hailwood, die zijn 500cc-racer had voorzien van een Paton frame, een Ceriani voorvork en twee hydraulische schijfremmen van Colin Lyster. Men had de Honda RC 181 zelf wel aangepast: het aangeboute hulpframe was vervangen door een aangelast exemplaar. Daardoor stuurde de machine beter en Hailwood ging ook lang aan de leiding in de openingsrace in Duitsland. Zijn voorsprong werd zó groot dat het publiek al naar huis begon te gaan. In de 23e ronde draaide de krukas van Hailwood kapot en daardoor kon Giacomo Agostini de overwinning pakken
HONDA RC181 500CC BILD BY JVMmotoren.
Ondanks de dreiging van de Japanse concurrentie begon Honda het seizoen 1964 met de RC 164, die maar weinig afweek van de inmiddels twee jaar oude RC 163. De RC 164 was wat lichter en lager en leverde 48 pk bij 14.000 tpm. De Japanse merken verschenen niet in de 250cc-race in de Grand prix van Daytona. In Spanje won Tarquinio Provini met zijn Benelli, maar Jim Redman werd met de RC 164 tweede en Phil Read met de Yamaha RD 56 tweecilinder tweetakt derde. In Frankrijk viel Redman uit. Read won en Luigi Taveri werd met de Honda tweede. Bert Schneider verscheen met de Suzuki RZ 64 en werd er verdienstelijk derde mee. In de Lightweight 250 cc TT vielen Read en mike Duff met een vernieuwde RD 56 uit en Tommy Robb kwam met zijn Yamaha niet verder dan de zevende plaats. De 3RC 164 was dus een zescilinder, maar behalve de motor was de configuratie gelijk aan de andere Honda's. Boring x slag bedroegen 39 x 34,5 mm en de cilinderinhoud was 247,3 cc. De machine had transistorontsteking met 8 mm bougies. Er was weer een wet-sump smeersysteem toegepast en het blok leverde 54 pk bij 17.000 tpm, waarmee een topsnelheid van meer dan 240 km/h mogelijk moest zijn. Vanwege de smalle powerband waren er zeven versnellingen aan boord.
HONDA RC 164 250CC BILD BY JVMmotoren.
HONDA DRIXTON 500CC BILD BY JVMmotoren.
De originele Drixton Honda's werden in 1969 vervaardigd door Marly Drixl, waarbij gebruik werd gemaakt van de robuuste CB450-motor, uitgenomen tot 462cc, ondergebracht in een van zijn Drixton-frames. Voor 1970 werd de capaciteit vergroot met een volle 500cc. Het succes van de machines heeft ze populair gemaakt bij hedendaagse klassieke racers, wat resulteerde in het maken van replica's
PVL-ontstekingssysteem dat de vonken levert. Een oliekoeler en externe olieleidingen zijn aangebracht. Bedankt voor uw interesse.
Wij zien u graag bij de verschillende evenementen.